Vriendelijkheid kan mensen aantrekken die er misbruik van maken. « Neemers » leunen snel op gevers, wetende dat ze geen weerstand zullen bieden. Dit leidt tot eenzijdige relaties waarin de aardige persoon energie steekt, maar weinig terugkrijgt – waardoor ze emotioneel uitgeput en eenzaam achterblijven.
Meelevende mensen vragen graag: « Hoe gaat het? », maar aarzelen om toe te geven: « Ik heb hulp nodig. » Ware vriendschap vraagt om wederzijdse kwetsbaarheid. Zonder zich open te stellen, blokkeren ze kansen voor anderen om ook voor hen te zorgen, waardoor relaties oppervlakkig blijven.

Omdat ze er voor iedereen willen zijn, hebben aardige mensen vaak te weinig tijd – ze moeten jongleren met familie, collega’s en sociale verplichtingen. De prijs? Ze hebben niet de tijd of de focus om de diepere, consistente banden op te bouwen die echte vriendschap vereist.
Helaas kan constante vriendelijkheid verkeerd worden geïnterpreteerd als passiviteit of naïviteit. Mensen kunnen genieten van hun aanwezigheid, maar zien hen niet als betrouwbaar, sterk of invloedrijk. Hierdoor worden ze vaak gezien als « prettige kennissen » in plaats van als vertrouwde vrienden.
Soms wordt aardig zijn een masker. Door altijd te proberen aardig te zijn, onderdrukken ze minder ‘acceptabele’ kanten van zichzelf – woede, verdriet, eigenaardigheden, zelfs passies. Maar vriendschap gedijt op authenticiteit. Zonder hun volledige zelf te laten zien, krijgen anderen nooit de kans om zich diep te verbinden met wie ze werkelijk zijn.