Ik liep rillend naar binnen. Het was ongewoon stil in huis, maar de vage geur van flesvoeding bleef hangen. Een halflege fles stond op tafel. Ik voelde een beklemd gevoel op mijn borst en mijn gedachten raasden door mijn hoofd. Hield mijn man iets voor me verborgen?
Toen hoorde ik vanuit de oude slaapkamer waar mijn man en ik altijd op bezoek kwamen een baby huilen. Ik rende erheen, met trillende handen, en probeerde de deur te openen. Zodra de deur openging, zag ik de pasgeborene op het bed liggen, zwaaiend met zijn kleine armpjes en beentjes terwijl mijn schoonmoeder zich haastig omkleedde.
Ze verbleekte bij het zien van mij, alsof het bloed uit haar gezicht was weggetrokken. Stotterend vroeg ik:
« Mam… van wie is dit kind? »
Haar handen trilden, haar ogen schoten weg en ze fluisterde zachtjes:
« Koester alsjeblieft geen wrok tegen ons… dit kind draagt het bloed van onze familie in zich. »
Mijn lichaam verdoofde. De excuses van mijn man, zijn vreemde reizen, haar excuses… ze vloeiden allemaal in mijn gedachten samen.
Is het mogelijk dat mijn man een kind buiten ons huwelijk heeft verwekt?
Ik liet me in de stoel zakken en staarde naar het kind. Zijn voorhoofd, zijn ogen – ze leken onmiskenbaar op elkaar. Mijn keel kneep samen toen mijn schoonmoeder de baby met trillende handjes vasthield.
« Mam… wat is er aan de hand? » drong ik aan.
Tranen welden op in haar ogen toen ze bekende:
« Dit kind… is van John. We waren niet van plan hem voor altijd te verbergen, maar zijn vader zei: ‘Wacht op het juiste moment.’ We hadden nooit gedacht dat je zo plotseling zou verschijnen…
Mijn wereld stortte in. Zijn reizen, zijn excuses… allemaal een façade voor deze vreselijke waarheid.
« En de moeder van het kind? » Ik vroeg met gebroken stem.
Ze sloeg haar ogen neer: