Vanaf die dag veranderde het huis. Harde woorden werden zachter, de gangen werden stiller en het personeel fluisterde verbaasd. Helena stuurde Clara zelfs een envelop met geld om Lila te bezoeken. Clara haastte zich naar het ziekenhuis en trof haar dochter zwakjes glimlachend aan. « Mama, je bent gekomen, » fluisterde Lila.

Helena’s hart begon te veranderen. Ze herinnerde zich haar eigen vernederingen en besefte dat Clara’s geduld aantoonde dat haar kracht niet wreed hoefde te zijn. Weken later woonde Clara een liefdadigheidslunch bij, aangemoedigd door Helena, die niet als dienstbode, maar als toegewijde moeder werd voorgesteld. Daar bood een arts aan om al Lila’s behandelingen te vergoeden. Clara viel op haar knieën in de keuken, met tranen in haar ogen, terwijl het personeel met haar feestvierde.
De operatie slaagde. Toen Clara met Lila thuiskwam, verwelkomde het landhuis hen met gelach, decoraties en eten. Helena knielde neer om een sprookjesboek aan te bieden en fluisterde: « Noem me maar tante Helena. » Kort daarna kreeg Clara promotie en kreeg ze haar eigen onderkomen, een beter salaris en medische zorg voor Lila.
« Je hebt dit huis niet alleen schoongemaakt, » zei Helena zachtjes. « Je hebt de angst eruit gebannen. »
Vanaf die dag werd Clara het hart van het Wainwright-huis. Lachen maakte plaats voor dichtslaande deuren. Respect maakte plaats voor angst. Door te overleven had ze niet alleen haar dochter genezen, maar een heel huis.