Opeens verschenen er twee jonge meisjes op het scherm die verrassend veel op elkaar leken.
Ze lachten en praatten over hun reizen, over hun levens.
De moeder verstijfde. De een droeg een dunne zilveren ketting met de kleine letter **A**, de ander met de letter **K**.
Voor hun tiende verjaardag gaf ze haar dochters identieke kettingen.
Het hart van de vrouw begon sneller te kloppen. Ze bekeek de video keer op keer – dezelfde blik, dezelfde moedervlek onder haar oog, dezelfde lach, net als haar dochters. Ze twijfelde er niet aan: zij waren het.
Op het profiel van het meisje stond de locatie van de fotoshoot vermeld: een klein stadje in Zuid-Amerika. Zonder aarzelen kocht de vrouw het kaartje.
Toen ze aankwam en hen in levende lijve zag, leek de tijd stil te staan. Twee volwassen meisjes, mooi, zelfverzekerd en toch volslagen vreemden. Ze keken haar wantrouwend aan en herkenden elkaar niet.
« Dat kan niet… » fluisterde ze. Haar handen trilden toen ze een oude foto van twee tienjarige meisjes tevoorschijn haalde.
Ze wisselden een blik uit en een van hen werd bleek.
Het bleek dat ze waren ontvoerd en verkocht aan een kinderloos echtpaar dat hen onder valse namen opvoedde. Hun verleden was uitgewist – niemand heeft ooit naar hen gezocht… omdat alle sporen verdwenen waren.
Ze konden zich niet meer herinneren wie ze waren. Maar toen hun moeder hen de foto, de ketting en het litteken op één knie liet zien, leek hun wereld op zijn kop te staan.
Tranen welden op in de ogen van de meisjes, alsof ze diep van binnen altijd al wisten dat er iemand op hen wachtte.
En terwijl de moeder haar dochters voor het eerst in twintig jaar omhelsde, fluisterde ze:
“Ik ben nooit gestopt met geloven…”